Van baarmoeder naar buitenwereld

Huid-op-huidcontact

Hierbij heeft je baby alleen de luier aan en ligt de baby op het ontblote bovenlichaam van één van de ouders. Je dekt de baby toe met een deken en de baby neemt je lichaamswarmte over. Door de warmte en het geluid van de ademhaling en het hart, herinnert de baby zich aan de beschermde omgeving in de baarmoeder, voelt zich hierdoor veilig en komt tot rust. Je kunt je baby zo vaak als je wilt op het ontblote bovenlichaam leggen. Wij adviseren dit minimaal één keer per dag, één uur achter elkaar te doen. Vaker kan altijd.

Donkere en rustige kamer

Maak de kamer zo donker mogelijk met weinig geluid. Je baby herinnert zich hierdoor de donkere, stille baarmoeder.

Zachte doek

Gebruik een zachte doek bij het baden en wassen. Je wikkelt de baby in een doek en legt hem/haar in bad. Houd je baby goed vast en zorg dat hij/zij met de voetjes tegen de badrand aan ligt. Je baby kan zich nu niet veel bewegen, net zoals in de baarmoeder. In het warme water voelt je baby zich hierdoor veilig.

Lichaamscontact

Tijdens het verschonen, plaats je steeds een hand op de buik van je baby. Je blijft op deze manier contact houden. Plaats het aankleedkussen verticaal ten opzichte van de commode. Je kijkt je baby nu aan. Als je de baby optilt, beweeg naar je baby toe en houd hem/haar tegen je aan.

Zachtjes praten

Praat het liefst zachtjes tegen je baby. Je baby heeft je stem in de baarmoeder al leren kennen en wordt hierdoor rustiger.

Troosten

Troost je baby als hij of zij huilt. Troosten is belangrijk voor een goede gehechtheidsrelatie (hechting) tussen ouder en kind. Belangrijk is, dat je na het troosten altijd weer inspeelt op de behoefte van de baby (terug in bed, drinken, of spelen).

Soms wordt de rol van een kraamverzorgende verward met die van een kraamhulp. Eigenlijk zijn het twee totaal verschillende dingen. Wil je meer weten over het verschil tussen kraamhulp en kraamverzorgende? Lees dan ons artikel ‘Waarom ik geen kraamhulp ben maar kraamverzorgende’.